IJsvogels blijven verbazen. Hun onwaarschijnlijke blauwe kleur, die grote rode snavel. Op topsnelheid laag vliegend over het water. Alleen als je de felle roep kent, zie je ze dan als een flits voorbij schieten. Maar ze kunnen ook op een tak bij je vijver in je tuin zitten. Tot voor twee jaar geleden kon je ze hier in Leuvenheim best wel vaak zien, bijvoorbeeld bij het meertje van de Wildbaan, of langs de beken van landgoed Den Bosch, of langs de IJssel. Maar de laatste twee jaar zijn ze veel schaarser geworden. Wat is er gebeurd?
Duikers
Bij de naam ijsvogel verwacht je een vogel die houdt van sneeuw en ijs. Maar niets is minder waar. IJsvogels houden helemaal niet van ijs. Sterker nog, in winters met ijsperioden gaan er heel veel ijsvogels dood. Dat gebeurde bijvoorbeeld in februari en maart 2018, toen er wekenlang ijs lag op veel wateren. Het aantal Nederlandse broedparen was na die winter meer dan gehalveerd, van ruim 1000 naar minder dan 500. De verklaring is dat ijsvogels vis eten. Ze zijn enorm goed in het duiken vanaf een tak boven het water om onder water een visje te pakken met die enorme snavel. Kleine visjes natuurlijk, bijvoorbeeld het bermpje, die we hier in kleine groepen in de beken aantreffen. Langdurig vriesweer waarbij de beken dichtvriezen betekent dat deze visjes voor de ijsvogel onbereikbaar zijn. Veel ijsvogels sterven dan ook gedurende langere vorstperiodes.
Snel herstel?
Maar de populatie kan zich ook snel herstellen. Per broedseizoen hebben ijsvogels twee, soms driemaal een nest jongen. Een jaar na een strenge winter kan de populatie al weer zijn verdubbeld. Dus je zou denken dat in Leuvenheim de ijsvogel nu, na twee broedseizoenen, weer vaker is te zien. Maar nee. Afgelopen winter heb ik maar één keer een ijsvogel bij het meertje langs de Wildbaan gezien, terwijl ik er toch meerdere keren per week langs kwam. Evenmin bij de beken. De waarnemingen in de rest van Brummen (zie de website waarneming.nl) laten hetzelfde beeld zien. Ondanks dat de laatste twee winters uitzonderlijk mild waren, lijkt de ijsvogel zich (nog) niet te hebben hersteld. Wat kan er aan de hand zijn?
Droge beekstelsels
Het zou kunnen dat er in de beken nog weinig vissen te halen zijn. In de twee droge zomers 2018 en 2019 zijn grote delen van de beekstelsels in Leuvenheim droog gevallen, en vissen overleven dat natuurlijk niet. Het kost een paar jaar voordat de stand van het bermpje en andere kleine vissoorten zich heeft hersteld. Als ik langs de beken loop en bij een plek met helder water blijf staan kijken, zie ik geen vissen. Er lijkt weinig eten voor de ijsvogel. Als die ijsvogels dat met mij eens zijn, komen er geen nesten in ons landgoederenlandschap. Dat kan verklaren waarom er zo weinig ijsvogels zijn. Langs de IJssel zouden de omstandigheden wel beter moeten zijn.
Dit bericht is geschreven door Paul Opdam voor de rubriek 'Uitgelicht' in de Van Schans tot Wildbaan, juni 2020 (kijk hier voor de gehele Schans). In deze rubriek vestigt Paul Opdam onze aandacht op bijzondere verschijnselen uit het rijke landschap in en rond Leuvenheim. Paul woont aan de Hoofdstraat en is van beroep landschapsecoloog. Tot aan zijn pensionering werkte hij als hoogleraar in Wageningen. Hij maakt deel uit van het Landschapsnetwerk Brummen. Meer weten over het Brummens landschap? Kijk op www.landschapsnetwerkbrummen.nl.