Uitgelicht (bron: Schans)
In de rubriek “Uitgelicht” vestigt Paul Opdam onze aandacht op bijzondere verschijnselen uit het rijke landschap in en rond Leuvenheim. Paul woont aan de Hoofdstraat en is van beroep landschapsecoloog. Tot aan zijn pensionering werkte hij als hoogleraar in Wageningen. Hij maakt deel uit van het Landschapsnetwerk Brummen. Meer weten over het Brummens landschap? Kijk op www.landschapsnetwerkbrummen.nl
Roek
In februari, kort nadat deze Schans uitkomt, zie je de roeken weer bij hun nesten. Roeken lijken op zwarte kraaien. Ze zijn even groot en ook zwart. Maar terwijl zwarte kraaien in paartjes leven die een territorium verdedigen, broeden roeken in kolonies. Roeken zijn herkenbaar aan de karakteristieke vorm van hun kop, aan hun grappige manier van lopen en aan het wit aan de basis van de snavel, die niet bedekt is met veren. Bovendien zie je roeken meestal in groepen. Ze blijven het hele jaar in onze streek. Dus als je een groep zwarte vogels ziet die op het land lopen te scharrelen en druk lopen te doen, kijk dan even twee keer. Geheid dat het roeken zijn, vaak gemengd met de kleinere kauwen. Ze eten dierlijk voedsel die ze uit de grond pieren, zoals emelten, ritnaalden, engerlingen en wormen. Een flink deel van het voedsel is plantaardig, bijvoorbeeld zaden (ook gezaaid graan) en walnoten. In de herfst zie je roeken naar de spoordijk vliegen met een walnoot in de bek, om die noot daar op de harde ondergrond te kraken.
In onze regio komen de kolonies vooral voor op de overgang van de landgoederen en de uiterwaard, dus in de dorpenzone die loopt van Dieren, via Leuvenheim en Brummen, naar Oeken en Empe. Roeken zijn dus typerend voor het Leuvenheimse landschap. Nesten van roeken zitten hoog in bomen, vaak dicht bij elkaar. In Leuvenheim was in 2017 een kleine kolonie (15-20 nesten) in essen bij de gemeentewerf. Goede kans dat ze er in 2018 opnieuw zijn. Dan is het daar vanaf februari een drukte van belang. De vogels vliegen af en aan met takjes om de nesten te versterken, en jatten ook takken uit de nesten van de buren. Ze maken grappige capriolen in de lucht. Leuk om een tijdje bij te kijken. De vogels zijn aan mensen gewend en trekken zich niets van je aan.

Foto Vildaphoto (Yves Adams), met dank aan Lars Soerink
Maar er gaat iets niet goed met de roek. In 2016 was er in Midden-Gelderland nog maar een derde van het aantal nesten dat er in 2000 was. Dit is even veel als op het dieptepunt in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Toen was er een sterke afname geweest door vergiftiging met bestrijdingsmiddelen die in de landbouw werden gebruikt. Misschien dat die ook nu weer een rol spelen (neonicotinoiden?). In een analyse van de vogelwerkgroep Arnhem en SOVON uit 2016 (https://www.sovon.nl/sites/default/files/doc/Vlerk2016_2_Roeken_high%20res.pdf) wordt geconcludeerd dat twee oorzaken elkaar versterken: er worden er teveel afgeschoten (waarvoor de provincie vergunning verleent bij vermeende overlast) en er komen vaker droge voorjaren voor (waardoor dierlijk voedsel in graslanden minder goed bereikbaar is en er minder jongen worden geboren).
Deze afname is ook in Brummen goed merkbaar. Tot voor kort was er een grote kolonie in de eiken langs de Eerbeekse weg bij het station. Vorig jaar was deze ineens verlaten. Een deel van de kolonie lijkt verplaatst naar de rand van de uiterwaard bij het viaduct op de Cortenoeverse weg. Toen ik in 2010 in Leuvenheim kwam wonen was er nog een kleine kolonie langs de Arnhemse straat, net buiten de bebouwde kom van Leuvenheim, en een grotere net voordat je Dieren binnenreed. Beide plekken zijn al een paar jaar verlaten. Het wordt tijd de roek weer te beschouwen als een soort waar we zuinig op moeten zijn.